Verslag van de werkreis in 2016 van Ria Westerbeek naar Zuid- Afrika voor “Stichting Ikusasa”
“Je begint in Zuid-Afrika aan alles te wennen”, zeggen Ria en Luc Westerbeek nadat ze van hun dertiende bezoek voor de Stichting Ikusasa aan dat land weer zijn thuis gekomen. “Je kunt merken dat we het al zoveel jaren doen. Vroeger raakte ik door sommige zaken wel eens geëmotioneerd, maar nu dacht ik: ‘tja, dat was vorig jaar ook zo’. Op de één of andere manier worden je emoties ‘verlegd’. Dat moet ook wel, want als je je alles gaat aantrekken, kun je op een gegeven moment niets meer doen”, legt Ria uit.
Ikusasa probeert met hulp van sponsors kinderen in Zuid-Afrika een schoolopleiding te laten volgen. “Je moet je dan niet druk maken over het feit dat een gezin geen water of een toilet heeft. Daar zijn andere mensen voor. Ik moet me erop richten dat zo’n kind naar school kan”, verklaart Ria. En ze vertelt over een kind dat in de pubertijd zit en met wie het niet goed gaat. Het woont in een onveilige omgeving en krijgt dan al bijvoorbaat het oordeel dat het niet te redden is.
“Daar had ik veel moeite mee. Later tijdens de reis heb ik wel eens gedacht dat wij één keer tegen zo’n probleemgeval aanlopen, maar dat zij er in Zuid-Afrika dagelijks mee worden geconfronteerd. Ik kan wel begrijpen dat ze dan wel eens moedeloos worden, maar daar wil ik niet aan toegeven. Aan dit kind is naar mijn idee dit jaar nog wel wat te doen, maar volgend jaar is het waarschijnlijk al te ver afgegleden. Ik zal niet raar opkijken als het kind dan aan de drugs is. Maar om er nu al van uit te gaan dat het niet meer te redden is; daar heb ik veel moeite mee”.
Ria en Luc Westerbeek beseffen dat er in Zuid-Afrika zoveel gebroken gezinnen zijn, waar veel armoede is en die in een verkeerde omgeving wonen. Ze wonen ook nog eens heel erg verspreid. “En als je ook nog eens weet dat er zo weinig maatschappelijk werkers zijn (we zijn in Nederland daarmee vreselijk verwend), dan is het alles bij elkaar ook moeilijk om goede hulp te krijgen”.
De eerste anderhalve week van hun verblijf brachten Ria en Luc een bezoek aan de maatschappelijke organisatie MES in Johannesburg, die daar als partner van Ikusasa optreedt. De locatie Soweto loopt perfect en heeft nu een goed werkend systeem, meldt Ria. Op de locatie Johannesburg liep het in het begin beter, maar daar is in de personele bezetting veel veranderd. “En dan weten ze het allemaal nog niet. De bedoeling is dat ze het van elkaar overnemen en meer van elkaar leren om het beter te organiseren”.
MES heeft een nieuwe directeur heeft gekregen, Alan Childs. Hij verwelkomde Ria en Luc en bedankte hen dat de stichting voor veel kinderen zoveel betekent. Op een prikbord stond met grote letters ‘WELKOM IKUSASA’.
Ria heeft het idee dat de samenwerking met directeur Childs goed zal verlopen. “Het klikte in elk geval heel erg goed. Hij heeft nieuwe ideeën, maar dat is helemaal niet erg. Dat kan alleen maar een positieve bijdrage betekenen. Verder gaf hij aan dat het belangrijk is om vele jaren achtereen steun aan het project te geven, want zo wordt iets opgebouwd waaraan je in de toekomst daadwerkelijk iets hebt. Kortstondige projecten hebben weinig tot zeer weinig succes. Ze zijn tijdelijk, glijden af en worden vergeten. Ikusasa is volgens hem een mooi voorbeeld hoe het wél werkt!”.
MES onderhoudt contacten met vijfhonderd (grote) gezinnen, maar heeft slechts zes maatschappelijk werkers en zeven sociaal werkers in dienst. MES heeft geen geld om topmensen aan te trekken, terwijl de lonen erg laag zijn. De organisatie wil opnieuw bekijken welke medewerkers met Ikusasa gaan werken, zodat de samenwerking nog beter verloopt. Ria heeft gezegd dat Ikusasa eventueel een onkostenvergoeding kan geven, maar uiteraard geen volledig loon.
Sinds enige tijd werkt een Nederlandse die in die in Zuid-Afrika woont, Corien Jonker, bij MES. Zij steunt Ikusasa op de achtergrond en zal de komende tijd de controlerende factor zijn. Dat is wel heel belangrijk, zegt Ria, want het grote verschil tussen Nederland en Zuid-Afrika zal altijd wel een beetje blijven. Daar duurt het soms wel wat langer, voordat zaken zijn geregeld of afgehandeld.
Een tamelijk grote groep Ikusasa-kinderen uit Soweto is uit het project. Een groot ‘plakkerskamp’ in Molofo (een wijk in centrum van Soweto) is weg en daardoor zijn verscheidene kinderen naar elders verhuisd, buiten de regio. Alle bewoners hebben een staatshuisje met een kamer en een slaapkamer gekregen, maar zonder douche en toilet, want die zijn meestal gemeenschappelijk. Ze hebben er ook elektriciteit en één waterkraantje, maar geen echte keuken.
Omdat die mensen buiten de regio van Ikusasa een huisje hebben gekregen, moeten de kinderen helaas worden uitgeschreven. Ikusasa kan dan namelijk niet controleren of die kinderen nog wel naar school gaan. “Voor sponsors kan dat wel eens jammer zijn, omdat ze hun kind gaan missen. Aan de andere kant is het wel positief dat ze nu uit die krotten weg zijn, in een huisje wonen en betere leefomstandigheden hebben”, aldus Ria.
Ook in Johannesburg zijn kinderen uitgeschreven. Hun ouders of verzorgers zijn verhuisd, omdat ze geen werk hebben en hopen ergens anders een baan te krijgen of ze zijn naar familie gegaan. Dat gebeurt heel vaak in december, wanneer het in Zuid-Afrika zomervakantie is. Ria: “Elk jaar loop je daar weer tegenaan, want als ze in een krot wonen hebben ze geen vaste woonplaats”.
Ria heeft een aantal kinderen bezocht en hun situatie bekeken. “Dan kom je er achter dat een kind nog niet naar school kan, omdat het geen geboortebewijs heeft. Het zit er al maanden op te wachten en zelfs MES bemoeit er zich mee. Maar als een kind geen geboortebewijs heeft, kan het niet naar school en kan het later geen baan krijgen. Dat houdt alles tegen”.
Het komt volgens Ria veel voor dat kinderen geen geboortebewijs hebben, want daar moeten de ouders, en vaak is er alleen een moeder, voor betalen en dat geld is er niet. Ze laten het er bij zitten totdat het kind naar school moet, want dan moet het een geboortebewijs hebben. Ze gaan zonder zo’n bewijs toch naar school, maar kunnen later geen eindexamen doen. “Aan het eind van de rit heb je niets; dan zijn ze (op papier) net zo ver als wanneer ze niet
naar school zijn gegaan”, vertelt Ria. Over kinderen die geen examen hebben gedaan, kun je dan alleen zeggen dat ze een veilige tijd op school zijn geweest en zich geestelijk hebben kunnen ontwikkelen, maar geen toekomst hebben opgebouwd! Daarom moeten de kinderen van Ikusasa een geboortebewijs hebben. “We accepteren geen kinderen meer zonder een geboortebewijs”.
Dankzij extra bijdragen van sponsors kan de stichting soms wat meer doen, zoals voor kindjes die nu nog op een crèche zitten. Ze maken geen deel uit van het Ikusasa-project, want ze zijn nog te jong. Maar als ze in een benarde situatie zitten, geeft Ikusasa wat extra geld. “We hebben nu twee kindjes op een crèche geholpen, zodat ze op een veilige plaats zitten en geregeld te eten krijgen. Dat is beter voor hun geestelijke ontwikkeling. Ze leven in slechte omstandigheden. Ik heb ze gezien. Het zijn bange kinderen; hun ogen staan angstig”. De kinderen zijn nu tijdelijk in het Lufunonihuis. MES is bezig om hen met hun moeder te herenigen. Ze gaan dan in één van de MES-gebouwen wonen.
Ria en Luc hebben ook dat Lufunonihuis bezocht. Luc was erg blij dat hij het gebouw na hun vorige bezoek weer even kon zien. Hij is tevreden dat alles er nog netjes uitziet en dat bijna alles nog heel is. Het huis dient nog steeds als schuilplaats voor kinderen die daar tijdelijk wonen, totdat er een veilige plek is gevonden. De bedoeling is nog steeds dat in dit huis permanent kinderen gaan wonen.
Bij het Coronation Training Centre zijn Ria en Luc met veel liefde ontvangen. “We hebben daar eigenlijk dezelfde dingen als elk jaar gedaan: de kinderen allemaal bezoeken, foto’s maken. Ikusasa is vanaf 2004 bij deze school betrokken en je kunt echt zien dat de school in al die jaren vooruit is gegaan, al moet er toch nog veel gebeuren”.
“Je moet het zo zien: de school is een grote warme deken, maar die vertoont wel overal slijtageplekken. Er wordt weer een nieuwe lap op gezet en dan is die deken wel weer redelijk goed, maar het blijft een lappendeken. Zo is de school eigenlijk ook. Eigenlijk zou er een compleet nieuwe locatie moeten komen. De lokalen liggen ver uit elkaar; het zijn eigenlijk allemaal barakken waar de kinderen in zitten en dat is niet goed. Maar het is altijd beter dan een kapotte deken. Zo moet je het eigenlijk zien: de deken is heel”.
Volgens Ria is het ook positief dat de school nu zelf achter financiering aan gaat, onder andere bij het Zuid-Afrikaanse departement van onderwijs. Dit jaar heeft ook een bedrijf in bijna alle klassen een computer geplaatst. “Dat geeft een heel fijn gevoel van ‘je vecht niet meer alleen voor die school’. Steeds meer Afrikanen zelf gaan zich voor het Coronation Training Centre inzetten”.
Luc heeft in de school heel veel gedaan. Hij is de klassen afgegaan om hier een laatje en daar een deurtje vast te zetten en hij heeft in opdracht van de school een vlaggenmast gekocht en geplaatst. Elke school is verplicht elke dag de nationale vlag te hijsen en het CTC was op de vingers getikt dat er geen vlag hing.
Toen Luc de vlaggenmast had geplaatst, wist niemand op de school waar de Zuid-Afrikaanse vlag was. Bij de dagopening mocht Luc de mast officieel in gebruik nemen, maar wel met de Nederlandse vlag. Een dag later was er wel een oude Zuid-Afrikaanse vlag, maar zonder koord. Luc vond een oude witte schoenveter en Ria heeft ’s avonds daarmee een koord aan de vlag genaaid.
Op de laatste dag van hun bezoek aan het CTC haalde Luc de Nederlandse vlag naar beneden en een leerkracht hees de Zuid-Afrikaanse vlag. “Alle kinderen zongen het volkslied. Dat was een heel bijzonder moment”, zeggen Ria en Luc. Ze stelden ook vast dat de kinderen van het CTC erg beleefd zijn, netjes hun beurt afwachten en dankjewel zeggen. Ze vinden het heel positief dat dat al op jonge leeftijd wordt bijgebracht.
De CTC-projecten voor wassen en strijken en houtbewerking die Ikusasa heeft opgezet, verlopen goed. Het was- en strijkprogramma ‘draait’ vier keer per week. Op maandag doen zeven kinderen mee, op dinsdag zes, op woensdag zeven en op donderdag acht. Ze leren met de hand en de machine te wassen, was op te hangen, te strijken en stofsoorten te onderscheiden.
“Een oud-pupil van vorig jaar strijkt nu elke woensdag drie uur en ze ontvangt 100 Rand per keer. Dat is in onze ogen wel niet veel, maar voor hen wel. Het is een meisje met een beperking dat dat toch mooi is gaan doen. Het is fijn als kinderen met een beperking leren om iets met hun handen te doen. Als je zoiets hoort, dan denk ik ‘wauw!’. De kinderen vinden het leuk om dit te doen. Zelfs jongens zijn gaan strijken en ze doen het zelfs nog beter dan de meisjes! Ook het project houtbewerking loopt goed. De kinderen waren dienbladen aan het maken, toen wij er waren”.
Ria hoopt dat meer kinderen dit gaan doen en zo een gevoel van eigenwaarde krijgen; dat ze er mogen zijn en dat ze meetellen in de maatschappij. “Ik vind dat heel belangrijk, al is alles nog niet perfect.”
Tijdens hun bezoek hebben Ria en Luc gemerkt dat de kinderen erg onrustig en paniekerig worden bij het meten van hun bloeddruk. Dat gebeurt ouderwets, met handbediening. Vooral als een keer extra wordt gepompt, worden die kinderen bang. Ria heeft daarom een elektronische bloeddrukmeter beloofd. Verder gaat Ikusasa een kleine diepvriezer voor het CTC kopen om ijsjes en andere waren voor de verkoop te bewaren. De opbrengst is bestemd voor uitstapjes van de kinderen. “Omdat ik er moeite mee had dat alleen ‘rijkere’ kinderen iets kunnen kopen en armere niet, is er een voorwaarde aan gesteld: ook de arme kinderen krijgen één keer per maand wat lekkers uit de vrieskist”, aldus Ria.
Ze besluit: “Al met al het gaat goed zoals wij met elkaar werken. Elk jaar komt er wel iets waaraan we nog wat kunnen veranderen of verbeteren. Honderd procent perfect is misschien niet haalbaar, maar zoals nu de samenwerking tussen Ikusasa en collega’s in Zuid Afrika is, zijn we er supertrots en blij mee. En het belangrijkste is dat de kinderen blij en dankbaar zijn! Dat straalt uit hun ogen en we kunnen u verklappen: dat zijn de mooiste cadeaus die we op deze reis weer hebben ontvangen!”.